Ik kijk naar het Tv-scherm en zie de spelers op het voetbalscherm steeds waziger worden. Mijn hart bonkt in mijn keel, het zweet loopt over mijn rug en ik hap naar adem. Ik heb het gevoel alsof ik ieder moment van mijn barkruk af kan donderen. Met trillende benen sta ik op en hou me vast aan de bar. Ik heb pas twee biertjes op en voel me alsof ik mezelf in coma gezopen heb. What the fack is er met me aan de hand? Een hartaanval of een hersenbloeding. Die gedachte maakt me bang. Het gevoel wordt steeds erger en ik moet naar buiten. Met een uiterste krachtinspanning wurm ik me langs de mensen in de warme kroeg. Buiten kom ik terecht in een ijzige kou.
Ik beschrijf hier een moment in januari 2013. Een moment wat achteraf bezien een van de eerste signalen van mijn aanstaande burn-out is geweest. Nietsvermoedend zit ik samen met een paar vrienden in het sportcafé in Amsterdam een wedstrijd van mijn favoriete Italiaanse voetbalclub te kijken. In mijn leven lijkt alles voorspoedig te gaan. Een maand eerder ben ik afgestudeerd en ik ben net twee weken met mijn nieuwe baan gestart. Vanaf het ene op het andere moment gebeurt er iets wat mijn leven op zijn kop zet en wat achteraf gezien de eerste van meer dan honderd paniekaanvallen blijkt te zijn. Maar dat weet ik dan nog niet.
Als ik buiten sta voel ik me niet veel beter. Ik ijsbeer een paar keer door de Leidse Dwarsstraat, maar het gevoel dat ik elk moment kan gaan flauwvallen gaat maar niet weg. Snel bel ik één van mijn vrienden en vraag hem naar buiten te komen. Samen lopen we een rondje. Ik moet naar huis. De gedachte dat ik in deze toestand alleen, over met sneeuw bedekte fietspaden, moet gaan fietsen maakt me nog ongeruster dan ik al ben. Gelukkig laat mijn vriend me niet alleen gaan en samen wandelen we met de fiets in de hand naar mijn huis. Eenmaal in bed durf ik nauwelijks een oog dicht te doen. Bang als ik ben dat ik misschien wel nooit meer wakker word.
De volgende ochtend voel ik me beroerd. Het angstige gevoel is gelukkig minder geworden. Toch heb ik ’s nachts diverse keren de wekker gezet om er zeker van te zijn dat ik nog leef. Ik hoop vurig dat het een onverklaarbaar incident is geweest en ik ‘gewoon’ weer verder kan gaan met mijn leven. Eenmaal op mijn werk probeer ik de draad op te pakken. Totdat we een vergadering hebben. We zitten met iets meer dan een handvol mensen in een klein, warm en benauwd hokje. Langzaam voel ik mijn gezicht warm worden, mijn oksels nat en ik begin te trillen. Ik knipper met mijn ogen en probeer mijn ademhaling onder controle te houden. Ik mag nu écht niet flauwvallen zeg ik tegen mezelf. Niet nu. De angst en schaamte voor de heisa die dat te weeg gaat brengen maakt dat ik nog meer in paniek raak. Een paar minuten later houd ik het niet meer vol en loop met een bonkend hart en tollend hoofd de vergadering uit.
Twee uur later zit ik bij de huisarts. Mijn bloeddruk is verhoogd, maar verder lijkt er niets aan de hand. Ik kan het maar moeilijk geloven. De afgelopen 24 uur heb ik twee keer het gevoel gehad op zijn minst een lichte beroerte te hebben gehad. Gelukkig begrijpt de huisarts mijn ongerustheid en mag ik bloed laten prikken voor nader onderzoek. Dat is het startsein voor een paar maanden vol medische onderzoeken.
Nadat ik te horen heb gekregen dat uit mijn bloedwaarden niks bijzonders naar voren is gekomen, word ik doorverwezen naar het ziekenhuis. Mijn hart en longen worden uitgebreid onderzocht en blijken picobello in orde. Als klapstuk onderga ik een hyperventilatie provocatietest. Tijdens deze Spartaanse test wordt als het ware een situatie van hyperventilatie nagebootst om te kijken hoe je daarop reageert. Het gevoel van mijn eerste paniekaanval wordt in overtreffende trap opgewekt en nagebootst. Hartkloppingen, tintelingen, duizeligheid en het gevoel dat ik elk moment onderuit kan zakken. Ondanks het feit dat ik in het ziekenhuis lig, ben ik er allerminst van overtuigd dat ik er weer levend uit zal komen. Na afloop bel ik met trillende stem mijn toenmalige vriendin of ze me alsjeblieft op wil komen halen. Ondanks dat het nog geen 5 minuten fietsen is naar huis.
In het daaropvolgende gesprek met de longarts spreekt hij de filosofische woorden uit: “Heb je weleens overwogen om yoga te gaan beoefenen?” Rationeel als ik was moest ik al lachen bij de gedachte mezelf tussen allerlei ‘zweverige’ types in een oncomfortabele houding op een matje te zien liggen. Toch wist ik ook dit niks doen geen optie was. De angstige momenten begonnen langzaam mijn leven te beheersen. Op mijn werk, in een drukke trein, op het voetbalveld, in de supermarkt, in de kroeg, in het voetbalstadion. Op elke plek waar ik kwam leek de angst me naar de keel te grijpen. Na verloop van tijd begon ook de angst voor de angst zich in mijn hoofd te ontwikkelen: ik zal straks toch niet gaan flauwvallen in die vergadering? Of: wat zal iedereen wel niet denken als ik in de supermarkt in elkaar zak? Deze vicieuze cirkel zorgde voor soms hopeloze en neerslachtige gevoelens. Gaat dit ooit nog weg?
In de loop der tijd bezoek ik een haptonoom, loop ik bij een psycholoog en ga ik regelmatig naar een ademcoach. Stuk voor stuk helpen deze dingen me kleine beetjes vooruit. Toch gaan de angst-en paniekaanvallen niet weg. Twee jaar na de beruchte avond in het sportcafé moet ik definitief toegeven aan een burn-out. Mijn lichaam heeft al die tijd getracht om me iets duidelijk te maken. Duidelijk te maken dat het aandacht nodig heeft. In de herstelfase kom ik er langzaam achter dat onverwerkt trauma uit mijn jeugd zich in mijn lichaam heeft vastgezet. De angst-en paniekaanvallen waren de uiting van deze onverwerkte emoties. Pas toen ik dit met goede hulp om me heen begon in te zien en daaraan begon te werken, zag ik weer een weg uit de uitzichtloos lijkende situatie.
Inmiddels zijn we zeven jaar verder en behoren de momenten van angst en paniek gelukkig tot de verleden tijd. Heel af en toe voel ik nog een vleugje van dat herkenbare gevoel opkomen. In plaats van erin mee te gaan en de angst te versterken, lukt het me nu om mezelf te kalmeren en gerust te stellen. Ik hoef niet meer te vluchten.
Herken je je in dit verhaal en heb je behoefte aan een coach die er voor je is? Neem dan contact met me op voor een vrijblijvende kennismaking via het formulier onderaan deze pagina.