Eind 2018 besloot ik om het nieuwe jaar in te gaan zonder smartphone. De continue afleiding begon me tegen te staan en ik voelde een groeiende behoefte om meer in het moment te zijn en niet overal online te zijn. Ondanks deze behoefte schuilde er diep binnenin mij een angst de verbinding met de wereld te verliezen en geïsoleerd te raken.
De behoefte om mijn smartphone tijdelijk in de ban te doen spookte al langer door mijn hoofd. Steeds won mijn ego de innerlijke discussie en besloot ik dat het nu niet het juiste moment was. Totdat ik eind november stopte met mijn baan en ineens een overdosis aan vrije tijd had. Hierdoor werd het nog verleidelijker om continue naar mijn smartphone te grijpen en een sluimerend gevoel van eenzaamheid te onderdrukken met afleiding en afstandelijk contact. De rust en leegte waar ik naar verlangde bleef zodoende buiten handbereik en ik ervoer meer stress dan gewenst. Vlak voor de jaarwisseling besloot ik het roer om te gooien en verdween mijn iPhone voor minimaal een maand in de kast. Het geesteskind van Steve Jobs werd ingeruild voor een Nokia 105 en good old Snake werd het nieuwe WhatsApp.
De eerste dagen van 2019 lag ik met griep op bed en dat maakte het er niet gemakkelijker op. Afleiding was schaars en de behoefte aan mijn smartphone was groter dan aanvankelijk gedacht. Ik was me echter doordrongen van mijn missie en besloot door te zetten. Uiterlijk kwam mijn verslaving nog het meest tot uiting in de regelmatige behoefte om mijn telefoon te pakken, in de hoop een nieuw berichtje te hebben of doelpunt ergens op de velden te kunnen zien. Nu viel er echter niks te zien op mijn scherm. Ik raakte me langzaamaan bewust van de verslaafde in mij die opzoek was naar zijn ‘shotje’.
Mijn aanvankelijke angst om geïsoleerd te raken en sociale aangelegenheden te missen bleek al snel ongegrond. De meeste mensen wisten me voor belangrijke zaken te bereiken via sms, of gewoon door te bellen. Met name dat laatste vond ik opvallend. Waar ik in december nog maar 60 minuten belde, deed ik dat in januari liefst 400 minuten. Kunnen we hieruit concluderen dat ik in bellen een nieuwe afleiding heb gevonden? Ik geloof van niet. Omgerekend is het nog geen kwartier per dag en bovendien merkte ik dat ik in deze telefoongesprekken vaak weer echt contact kreeg met mensen. Een verademing in vergelijking met de vaak oppervlakkige gesprekken via WhatsApp.
Wat miste ik dan wél? Hooguit praktische applicaties zoals OV9292, een fototoestel op mijn telefoon en Google Maps. Het ontbreken van een navigatiesysteem leidde ertoe dat ik onderweg meermaals de weg moest vragen aan mensen. Ik ervoer hoe leuk het kan zijn om mensen op straat aan te spreken en meer menselijk contact te hebben. Paradoxaal eigenlijk dat een smartphone er blijkbaar toe leidt dat we meer verbonden zijn met de wereld en tegelijkertijd steeds minder écht contact hebben met elkaar.
Toen het einde van de maand naderde stelde ik mezelf de vraag of het experiment ook geleid heeft tot de rust, leegte en minder stress. Eerlijkheid gebied te zeggen dat dit effect me tegenviel. De afleiding die ik eerder in mijn smartphone zocht kon ik moeiteloos opvullen met andere apparatuur, afspraken en bezigheden. Dit bevestigt mijn eerdere hypothese dat rust en leegte vooral in jezelf te vinden is en niet alleen beïnvloed wordt door externe zaken. Desalniettemin beviel het me erg goed om niet steeds online te zijn en mijn tijd te verspillen aan een continue berichtenstroom. Begin februari heb ik weer een iPhone in gebruik genomen voor praktische applicaties. Mijn account op WhatsApp is niet meer. Écht contact met mensen des te meer.