Begin 2013 sta ik nog maar net in de kroeg als ogenschijnlijk ‘vanuit het niets’ alles voor mijn ogen begint te duizelen. Het zweet breekt me uit, mijn hart slaat op hol, en ik krijg het gevoel elk moment flauw te kunnen vallen. In de dagen die volgen rol ik van de ene in de andere paniekaanval. Mijn lichaam gaat met me aan de haal en elke keer heb ik het gevoel alsof ik doodga. Ik ben ervan overtuigd dat er iets mis is met mijn lichaam. Totdat na het zoveelste ziekenhuisbezoek de longarts de legendarische woorden: ‘misschien moet je eens overwegen om aan yoga te gaan doen’ uitspreekt. Ik barst nog net niet in lachen uit.
Uiteindelijk besef ik dat ik weinig keus heb en stel me langzaam open voor een wereld die ik tot dan toe altijd als zweverig heb bestempeld. De twee jaar die volgen gaan met vallen en opstaan. Enerzijds probeer ik me open te stellen voor nieuwe inzichten en ervaringen, anderzijds probeer ik me vast te klampen aan het leven wat ik tot dan toe geleid heb.